Voorspellende tools om stagnatie van wondgenezing bij standaard wondzorg vroegtijdig te identificeren

Geschreven door: Team Plasmacure

Wondzorgprotocollen schrijven vroegtijdige beoordeling van een wond (ulcus) voor om langdurige, niet effectieve wondzorg (wond gaat niet dicht) te voorkomen. Onderzoek laat zien dat er goede resultaten behaald worden, zoals de genezing van de wond versnellen en kortere opnames (Ref 1, Ref 2) als men in een vroegtijdig stadium begint met geavanceerde therapieën.

Vooraf weten hoe waarschijnlijk het is of een open wond geneest met standaard zorg, kan zorgverleners in staat stellen betere beslissingen te nemen over de behandelopties (Ref 3) en de patiënt veel leed besparen.

Hoe kan je in een vroeg stadium identificeren welke wonden met standaard wondzorg genezen en welke wonden geavanceerde therapieën nodig hebben? Het is interessant om indicatoren te vinden die wondgenezing in een vroeg stadium kunnen voorspellen (prognostische tool). In dit artikel willen we je graag meer inzicht geven in enkele bestaande modellen die wondgenezing voorspellen, afkomstig van verschillende wetenschappelijke artikelen (zie referenties).

Algemeen geaccepteerde prognostische tool in wondgenezing: Percentage wondoppervlaktereductie

Patiënten met standaardzorg waarvan het wondoppervlak minder dan 50% afneemt gedurende de eerste 4 weken, zullen met deze zorg waarschijnlijk niet genezen binnen een redelijke behandelperiode (Ref 4). Het vaak geciteerde artikel van Sheehan et al. (Ref 4) beschrijft dat de wondgenezing gedurende de eerste 4 weken voorspellend is voor de volledige wondgenezing bij 12 weken. De wondoppervlaktereductie over tijd (wondtraject) was duidelijk anders voor genezende wonden dan voor niet-genezende wonden (Ref 2), zoals getoond in Figuur 1. Tegen week 4 wordt het percentage wondoppervlaktereductie (mediaan) van genezende en niet-genezende wonden significant verschillend. In 91% van de gevallen werd correct voorspeld of een wond wel of niet geneest (gevoeligheid van 91%) (Ref 4).

Sindsdien is de 50% wondoppervlaktereductie na 4 weken algemeen geaccepteerd en bevestigd als een robuuste indicator om wondgenezing 3 maanden vanaf het ontstaan te voorspellen, onafhankelijk van het type wond (diabetische voet of open been (ulcus cruris venosum)) (Ref 5).

Figuur 1: Wondtrajecten voor genezende en niet-genezende diabetische voetwonden (DFU) en veneuze beenwonden (VLU). Het percentage 100% in de verticale balk (Percent Area Progress) is de totale wondsluiting. Getoond wordt de voortgang van de afname van het wondoppervlak over een tijdsduur van 12 weken. De verticale streepjes in de grafiek geven de standaardfout voor elk punt weer. Figuur 1 is overgenomen uit Ref. 6, 2008: Cardinal et al.

Als je de 4-weekse 50% wondoppervlaktereductie gebruikt als indicator voor wondgenezing, is nog steeds ongeveer de helft van de diabetische voetwonden niet binnen 12 weken genezen (Ref 7). Daarom is het belangrijk om, ook na de eerste behandelperiode, de wond te blijven monitoren.

Het monitoren van de wondoppervlaktereductie na de eerste 4 weken is in lijn met huidige wondzorg protocollen (e.g. Ref 8.). Deze protocollen pleiten ervoor dat alle wonden eerst 3-4 weken standaard wondzorg krijgen. Als er dan voldoende genezingstendens is, zal de wond nog gemonitord moeten worden totdat er volledige wondgenezing is. Indien er onvoldoende genezingstendens is, is het nodig om over te gaan naar geavanceerde wondzorg. Deze protocollen worden ook ondersteund door de Nederlandse verzekeringsmaatschappijen (Ref 9).

Ontwikkeling van nieuwe voorspellende modellen met ‘big data’ 

De hierboven beschreven tool is gebaseerd op een relatieve kleine dataset afkomstig van klinische studies. Het nadeel van een klinische studie is dat de condities van een studie nogal kunnen afwijken van de werkelijke klinische condities (Ref 10).

Tegenwoordig kunnen computergestuurde technieken (machine learning) toegepast worden op grote datasets (big data), om voorspellende informatie te geven over de genezingstendens van de wond. Deze nieuwere modellen hebben geen informatie nodig over een periode van 4 weken om de wondgenezing te kunnen voorspellen, maar doen dat met slechts één of twee visites. Een gepubliceerd model, gebaseerd op de eerste twee visites (Ref 11), laat een iets betere voorspellende waarde zien dan het model dat slechts op de eerste intake van de patiënt is gebaseerd (Ref 3).

In beide studies blijken de kenmerken van de wond betere voorspellers te zijn dan de kenmerken van de patiënt zelf (demografie en comorbiditeit). De belangrijkste kenmerken van de wond zijn de afmeting, het wondweefsel (granulatieweefsel, necrotisch weefsel) en het aantal terugkerende wonden. Palliatieve zorg blijkt ook een belangrijke parameter te zijn voor het voorspellende model. Deze complexere modellen zijn niet bedoeld om direct door de behandelaars te gebruiken, maar om als softwareapplicatie te gebruiken binnen het patiëntendossier. Zo kunnen behandelaars het gebruiken als ondersteuning bij wondmanagement.

Conclusie: Voorspellende modellen bevorderen accurate wondbehandeling

Onderzoek laat zien dat er goede resultaten behaald zijn in de wondzorg, zoals snellere wondgenezing en kortere opnames, indien men in een vroegtijdig stadium begint met de start van geavanceerde therapieën. Een voorspellende tool kan in de wondzorg als klinisch beslissingspunt worden gebruikt om vroegtijdig onderscheid te kunnen maken tussen patiënten die:

•            Niet goed reageren op de standaard wondzorg (open wonden die niet genezen) en gebaat zijn met geavanceerde wondzorg.

•            Goed reageren op de standaard wondzorg en geen geavanceerde wondzorg nodig hebben.

Deze kennis kan heel waardevol zijn in het dure en compliceerde wondmanagement.

Hoe bepalen jullie of een wond wel of niet geneest? Hoelang na de start van standaard wondzorg evalueren jullie of de wond voldoende geneest of dat er geavanceerde behandeling nodig is? Plaats hieronder uw reactie.

Nieuwe blogs worden vermeld in onze nieuwsbrief. Hieronder kun je je inschrijven.

Referenties:

1 Baharestani et al. (2008); Early versus late initiation of negative pressure wound therapy: examining the impact home care length of stay. Ostomy Wound Manage. 54 (11):48-53.

2 Driver, V. et al. (2008); Health economic implications for wound care and limb preservation. J Managed Care Med. 1(11):13-19.

3 Jung et al. (2016); Rapid Identification of slow healing wounds. Wound Repair Regen, 24 (1):181-188

4 Sheehan, P., et al. (2003); Percent change in wound area of diabetic foot ulcers over a 4-week period is a robust predictor of complete healing in a 12-week prospective trial; Diabetes Care, 26(6): 1879-1882.

5 Frykberg, R.G. & Banks, J. (2015); Challenges in the treatment of chronic wounds; Adv Wound Care, 4(9): 560–582.

6 Cardinal, M., et al. (2008); Early healing rates and wound area measurements are reliable predictors of later complete wound closure; Wound Repair Regen, 16(1): 19-22.

7 Warriner, R. et al (2011); Differentiating diabetic foot ulcers that are unlikely to heal by 12 weeks following achieving 50% percent area reduction at 4 weeks; International Wound Journal, 8(6):632-637.

8 Kwaliteitsstandaard Organisatie van wondzorg in Nederland; verenig de expertise ten behoeve van de patient; 2018

9 Inkoopbeleid Regiefunctie complexe wondzorg 2021 en 2022, Zilveren Kruis.

10 Ennis, W. et al. (2017); Wound healing outcomes: Using big data and a modified intent-to-treat method as a metric for reporting healing rates; Wound repair Regen, 25(4):665-672.

11 Sang Kyu Cho et al. (2020); Development of a Model to Predict Healing of Chronic Wounds Within 12 Weeks; Adv Wound Care, 9(9): 516-524

Deze artikelen zijn geïnterpreteerd door mensen van Plasmacure B.V.. Vragen naar aanleiding van deze blog worden door onze wonddeskundigen beantwoord. Mail naar blog@plasmacure.nl

terug naar overzicht

Reageren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Glazen bol en verband
Hoe kan je in een vroeg stadium identificeren welke wonden met standaard wondzorg genezen en welke wonden geavanceerde therapieën nodig hebben?